Mohammed Enait blijft aandacht trekken en van de publiciteit genieten. In een discussie met Rita Verdonk probeerde hij dezelfde strategie te hanteren als eerder tegen Clairy Polak. Rita Verdonk liet zich niet zo gemakkelijk van de kaart brengen als Polak, maar ook zij verviel in het argument dat vrouwen zich misschien wel beledigd voelen.
Ik geloof niet dat dat de beste manier is om te discussieren met Enait. De man is advocaat en was dus helemaal niet op zoek naar een baan als klantmanager bij de gemeente Rotterdam. Wel was hij duidelijk op zoek naar een proces om de marges van de Nederlandse wet op te zoeken en aan te kaarten. Of hij gelijk heeft en of vrouwen zich beledigd voelen, doet er in dat geval niet toe. Waar het wel om gaat, is de vraag hoe open moet Nederland staan voor andere ideeën?
Ik kan me voorstellen dat iemand met een Burka voor een communicatief en representatief beroep wordt afgewezen. Datzelfde geldt voor iemand die geen handen wil schudden. Wie in het dagelijks leven geen handen wil schudden, moet dat voor zichzelf bepalen. Wie optreedt namens de Nederlandse overheid of een locale overheid heeft die vrijheid niet. De vraag is natuurlijk wel waar de grens ligt. Pearcings? Groen haar? Wat mag wel en wat mag niet.
Enait bewijst Nederland met dit proces een dienst. Niet omdat hij gelijk heeft, maar omdat de grens bepaald moet worden van wat we willen toelaten.
vrijdag 29 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten